Kunstgeschiedenis

[vc_row type=”in_container” full_screen_row_position=”middle” scene_position=”center” text_color=”dark” text_align=”left” overlay_strength=”0.3″][vc_column column_padding=”no-extra-padding” column_padding_position=”all” background_color_opacity=”1″ background_hover_color_opacity=”1″ column_shadow=”none” width=”1/1″ tablet_text_alignment=”default” phone_text_alignment=”default” column_border_width=”none” column_border_style=”solid”]

Kunstgeschiedenis

Kunst en cultuur zijn belangrijk binnen het oeuvre van Uitgeverij De Muze. Minstens zo belangrijk is de vraag waarom onze kunst en cultuur zijn zoals ze zijn. Kunsthistorie  kan je op verschillende manieren bedrijven: van serieus tot speels, van geschiedenis in de volle breedte tot de keuze voor één stroming of zelfs voor één gebeurtenis.

Hoe verloopt het creatieve proces van kunstenaars?

In Van muzisch spel tot muzisch denken onderzoekt kunsthistoricus Michael van Hoogenhuyze hoe het ‘muzisch denken’ zich ontwikkelt in het algemeen en op individueel niveau. Van Hoogenhuyze legt op overtuigende wijze verbanden tussen historische gebeurtenissen en ontwikkelingen in de kunst in die perioden. Hij beschrijft hoe de rol van kunst en van kunstenaars vanaf de oudheid verandert. Bijzondere aandacht besteedt hij aan de opkomst van machines en andere dingen in de kunst: van de 18e-eeuwse machines van Martinus van Marum, via de ready-mades van Duchamp naar de hedendaagse perfomance- en installatiekunst.

Michael van Hoogenhuyze (1946) studeerde kunstgeschiedenis in Leiden. Hij doceerde kunstgeschiedenis aan de HKU en was (hoofd)docent en lector aan de Hogeschool der Kunsten in Den Haag.

De Stijl

In 2017 herdenken we dat Theo van Doesburg 100 jaar eerder in Leiden het tijdschrift ‘De Stijl’ oprichtte en daarmee de basis legde voor de meest bepalende kunststroming van de 20ste eeuw. Onder redactie van Tim Brouwer de Koning, Michael van Hoogenhuyze en Iwan Schuttinga gaat tijdschrift De Stijl en De Muze in acht aflevering op zoek naar bekende en onbekende zaken rond ‘De Stijl’ en vooral naar de invloed van deze avant-garde-beweging op onze hedendaagse kunst en cultuur. Achtereenvolgens komen aan bod:

  • Stijlisme ofwel Mondriana,
  • de plaatsen waar het allemaal begon,
  • muziek
  • beeldende kunst
  • architectuur
  • literatuur
  • openbare ruimte
  • vormgeving

De Dada-veldtocht

In 1923 ondernam een aantal De Stijlkunstenaars, waaronder Theo van Doesburg, Nelly van Moorsel, Kurt Schwitters en Vilmos Huszàr de zogeheten ‘Dada-veldtocht’. Deze reeks voorstellingen werkten op zijn zachtst gezegd ontregelend: on-melodieuze pianomuziek, onbegrijpelijke gedichten, losse kreten, en dierengeluiden vanuit de zaal. Zoiets had het publiek nog nooit meegemaakt! Een deel vond het geweldig een ander deel voelde zich bekocht en werd boos. Regelmatig eindigde de avond in rellen en moest de politie erbij komen om de orde te herstellen.

In het stripboek Dada in Leiden verhaalt kunstenaar Barthel Brussee nauwgezet van de laatste in de reeks voorstellingen. De historische context is door kunsthistoricus Herbert Mattie gecontroleerd en in orde bevonden. Het onderliggende liefdesverhaal is verzonnen.

[divider line_type=”No Line” custom_height=”35″][/vc_column][/vc_row]